Door Martin Broek
The Palestine Laboratory is een boek over de Israëlische militaire en veiligheidsindustrie.*
Het is in 2024 uitgekomen, maar geschreven met informatie van voor de huidige oorlog in Gaza die alle volkenrechtelijke perken te buiten gaat. Het boek vertelt het voorspel van wat nu gaande is en zorgt voor achtergrond informatie. Je hoopt tegen beter weten in dat de mensen het zouden lezen die de huidige slachting in Gaza op 7 oktober 2023 laten beginnen, alsof ze niet weten dat het geweld een al veel langere geschiedenis kent. Dat ze dat zeer waarschijnlijk niet zullen doen, is een onderstreping van de tragiek dat niet geluisterd wordt en ook niet naar een oplossing wordt gezocht. Intussen gaan de gruwelen in wat steeds vaker als genocide wordt gezien door.
Het boek beschrijft nog de potentie van Palestina als laboratorium om te experimenteren met methoden voor controle en scheiding van bevolkingsgroepen. De nadruk ligt niet alleen op wapens en militair materieel, maar ook op bewakingssoftware om het individu te controleren, de rol van ‘sociale’ media, en de ontwikkeling van een repressieve ideologie.
Schrijver Antony Loewenstein is de zoon van ouders die Nazi-Duitsland ontvluchtten om onderdak te vinden in Australië. Hij zelf voelde zich steeds onbehaaglijker bij het Zionisme en de twee-statenoplossing. Hij ziet de huidige situatie als een gevolg van een zionisme dat is gekleurd met de stiften van het kolonialisme en beschouwt Israël als de regionale stroman van het Westen. Hij wil één Israël: waar alle inwoners gelijk zijn.
Multiculturele samenleving
Het boek beschrijft niet alleen de combat proven wapens en controle technologie die door Israël worden geëxporteerd, maar ook de ideologische inzet om de invloed van minderheidsgroepen in de samenleving te minimaliseren en de suprematie van de dominante groep te formaliseren. De toekomst ligt niet in liberalisme en niet in tolerantie, maar in autoritair kapitalisme, stelde Netanyahu die hij citeert. In de introductie gaat de schrijver in op de repressieve bevolkingscontrole die Israël toepast. Hij legt uit waarom extreemrechtse groeperingen Israël toejuichen als vooruitgeschoven post om de beschaving te verdedigen tegen de Islamitische hordes; het dominante Israëlische standpunt dat er geen toekomst is voor de multiculturele samenleving; en hoe antiracistische strijd en solidariteit met Palestina met elkaar verbonden zijn. Later in het boek wordt dit verder uitgewerkt.
Geen reet
Het lijkt erop dat de wereld Israël graag gebruikt. Europa bijvoorbeeld, dat kritisch lijkt, is de belangrijkste importeur van Israëlische wapens en repressieve cybertechnologie; import die alleen maar groeide toen de bezetting hardere vormen aannam. Door er te kopen versterk je deze industrie. Dat Israël zich niet aan de wetten houdt, lijkt er niet toe te doen. “Het kan ze gewoon geen reet schelen,” zei wapenhandel deskundige Andrew Feinstein tegen de schrijver. De Oekraïense president Zelensky wilde Israëlische wapens, maar keek ook met bewondering naar het land en verklaarde dat hij van Oekraïne een ‘groot Israël’ wilde maken. Dat de Israëlische wapenverkopen aan Rwanda – vlak voor en tijdens de genocide – en Servië tijdens de gruwelen in Sarajevo en Srebrenica willens en wetens doorgingen, laat zien dat een tweede groot Israël misschien niet is wat de wereld nodig heeft (iets om bij stil te staan nu in rap tempo Oekraïne als werkplaats voor een Westers wapenarsenaal wordt opgebouwd).
Pinochet
Chili 1973 en de door de VS gesteunde coup tegen de democratische president Allende aanhalen is vaak een te gemakkelijke manier om kritiek op de politiek van de Verenigde Staten of het Westen in het algemeen te geven. We zijn een halve eeuw verder in een wereld die enorm veranderd is. Hoewel is dat zo? Het zou je leven nog steeds raken? Hier wordt de staatsgreep behandeld als inleiding op de positie van Israël. Sterker nog, er wordt ingezoomd op een vriend van Salvador Allende, de mijnbouwer David Silberman. Deze man werd gevangengezet, gemarteld, tenslotte op de valreep naar de vrijheid gekidnapt en zou nooit meer gezien worden. Zijn overgebleven gezin ruilde Chili in voor Israël. Maar wat een schok toen bleek dat Israël een belangrijke steunpilaar voor de generalismo was. Zoon Daniel zegt daar jaren later over:
“Voor mij persoonlijk was het schokkend en pijnlijk toen ik ontdekte dat Israël het Pinochet-regime steunde (…) Dit was een land dat mijn familie een tweede kans gaf. Er is veel onverschilligheid in het Israëlische publiek [over deze samenwerking] omdat velen geloven dat Joden hebben geleden en dat we wereldwijd vrienden moeten maken om te overleven in een harde wereld.”
Hij zou zijn ervaringen gaan gebruiken om zich tegen de wapenexporten en de inzet ervan in de Palestijnse gebieden uit te spreken.
De industrie is volgens hem niet geïnteresseerd in vrede maar wil dat het Palestina conflict eindeloos doorgaat, aldus Silberman. Morele overwegingen spelen nooit een rol als Israël dictators steunt. “Het draait om geld en een machtig land zijn,” en die eindeloze oorlog leverde ook een eindeloos testgebied op. De herstelbetalingen uit Duitsland in 1952 werden al ingezet om de wapenindustrie te versterken. Nu zijn het vooral de gelden uit de VS die in wapens en repressie worden gestoken (zie bijvoorbeeld hier). Loewenstein voegt hier aan toe dat de relatieve omvang van de steun uit de VS wel is afgenomen. In 1981 kwamen die overeen met zo’n 10 procent van de Israëlische economie. In 2020 was dat met $ 4 miljard nog 1 procent, waardoor Israël ook minder genoopt werd naar de Verenigde Staten te luisteren.
Vieze zaakjes
Vanaf de jaren zeventig gaan de producten van die industrie en kennisinstituten meer-en-meer naar vieze en vuile landen. Dat loopt van de steun aan contra’s in Nicaragua, gevechtsvliegtuigen voor Sri Lanka, wapens voor de generaals in Myanmar, kamikaze drones voor Equatoriaal-Guinea, surveillance apparatuur voor dictaturen als Rusland en China, tot scholing in martelpraktijken in Soedan. Er lijkt geen ondergrens te zitten aan wat geleverd wordt en deze opsomming is verre van volledig. Eigenlijk kan je het zo gek niet opnoemen of het gebeurde, inclusief leveranties aan Iran, ook toen daar na de Sjah de vijand voor Israël aan de macht was, de Ayatollahs.
Wapenleveranties smeedden banden die nodig waren voor steun aan de Israëlische politieke positie, bijvoorbeeld in de Veiligheidsraad. “De mogelijkheden om de bezetting te gelde te maken, kreeg een turbo-boost na 11 september 2001,” merkt de auteur op. Loewenstein haalt de New York Times redacteur Thomas Friedman aan die stelde dat de Israëlische keuze niet ging tussen morele normen en vuile handel, maar dat die handel de veiligheid voor het land vergrote en zo ook als moreel gezien moest worden. Hoe lenig kan een argumentatie worden voordat het klinkklare vuilnis wordt? De 200.000 gedode Guatemalteken tussen 1960-1996 waren bijkomende schade om de veiligheid binnen Israël te vergroten? Israël steunde de overheid in Guatemala Stad onder andere door een afluister computercentrum te laten leveren door Tadiran Israël Electronics Industries. (Tadiran fuseerde later met het beruchte Elbit.) In 1982 vond een vreselijk slachtpartij plaats in het land (plastisch in zijn narigheid in het boek opgeschreven) en Israëlisch betrokkenheid werd bewezen geacht. In Israël loopt nog steeds een proces om de slachtoffers en hun nabestaanden recht te doen. Het proces wordt gevoerd door de jurist Eitay Mack die veel in het boek opduikt als zoeker naar recht. Hij doet dat tegen de klippen op.
Covid
De Covid-pandemie leidde net als 911 tot ruimte voor de Israëlische industrie. NSO maakt apparatuur om mensen te volgen en ze werden daarbij geholpen door de op dit gebied gespecialiseerde militaire Unit 8200. En NSO was niet het enige bedrijf. De schrijver noemt er acht. En ook veiligheidsdienst Shin Beth was betrokken bij het afluisteren op zakformaat. De veiligheidsdienst richtte zich niet alleen op het voorkomen van oppositionele stromingen, maar kreeg ook de taak burgers te beschermen tegen Covid en daardoor invloed en macht als nooit eerder om de bevolking te controleren en opereerde bovendien zelf in een oncontroleerbare omgeving. Al met al leverde dit nog meer technologie op om individuen te volgen en dat zorgde dan weer voor producten om te exporteren. Loewenstein gaat in het volgende hoofdstuk in op het gebruik van deze technologie voor het controleren van bewegingen van vluchtelingen, zowel door Frontex in Europa als aan de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico. Bij dergelijke ‘grensbewaking’ worden drones ingezet en bedrijven als Shilat Optronics, Seraphim Optronics en Elbit leveren de technologie om vluchtelingenbewegingen aan banden te leggen.
Ideologie
Waarom konden Apartheidsstaat Zuid-Afrika en Israël het zo goed met elkaar vinden? Beide zetten in op het overleven van de dominante groep boven de minderheden en als poortwachter tegen de barbaren. In 1980 was Israël de belangrijkste wapenleverancier van Zuid-Afrika. Maar de band tussen beide landen werd niet vooral door de militair-industriële samenwerking versterkt, maar doordat ze beide te maken hadden met bevolkingsgroepen die ze niet wensten. De Bantoestans in Zuid-Afrika waren een voorbeeld voor velen binnen de Israëlische elite en toonde voor hen aan hoe om te gaan met Palestina. De samenwerking tussen Johannesburg en Tel Aviv zou Nelson Mandela doen verklaren “dat de steun van Israël voor het Apartheidssysteem nooit vergeten zou worden door de Zuid-Afrikaanse bevolking.”
India
Ook in India wordt een ethno-nationalistische koers gevolgd. Hier gaat het om de autonome regio Kasjmir waarop Delhi een steeds grotere claim legt. Het is een gebied met 12 miljoen inwoners dat wordt gecontroleerd door een half miljoen Indiase militairen. De Kasjmiri gebruiken voor hun verzet hiertegen de term Intifada die we kennen vanuit Palestina. India is inmiddels een belangrijke klant op de Israëlische markt voor wapens en veiligheidstechnologie. Schrijfster Arundhati Roy legt een verband tussen de repressieve controle politiek en wapeninkopen. Als Delhi voor miljarden inkopen doet in Parijs dan garandeert het daarmee dat misstanden vanuit dat land hooguit worden beantwoord met een waarschuwende wijsvinger en daarmee is dan de kous af. Het is een mechanisme dat ook Israël gebruikt.
Modi en Netanyahu hadden aan het strand een heuse bromance en dat versterkte de banden ook op het gebied van de veiligheidsindustrie. Israëlische Heron drones vlogen al over Kasjmir, net als zoals ze over Palestina vlogen. Het blijft echter niet bij Kasjmir. Elders in India, in Uttar Pradesh, worden de huizen, van moslims die beschuldigd worden van gewelddadige protesten, door bulldozers vernietigd onder het mom dat ze illegaal zijn gebouwd. Ook dat beeld is bekend. Ook slechte voorbeelden, doen blijkbaar volgen.
Maar ook in India klonk, net als in Zuid-Afrika, een kritische stem van een nationale grootheid. Mahatma Ghandi meende dat Palestina de Arabieren toebehoorde.
Nederland
In NRC-Handelsblad stond laatst een ingezonden artikel onder de titel Nederland neemt de tactieken over die Netanyahu gebruikt om minderheden te delegitimeren. Ruthie Pliskin schreef daaronder het volgende:
“Als een Israëliër die tegen het leiderschap van Netanyahu is – dat verwoestend is geweest voor iedereen in het Midden-Oosten – verafschuw ik deze implicatie. En ik verafschuw het dat de Nederlandse regering dezelfde tactieken overneemt die Netanyahu al decennia gebruikt om minderheden te delegitimeren.”
Degene die The Palestine Laboratory heeft gelezen zal deze notie herkennen.
China
Loewenstein maakt ook een uitstapje naar het Chinese ethno-nationalisme tegen de Oeigoeren. Ook tegen hen wordt een distopisch repressief regime ingezet. Een systeem dat volop kan rekenen op kritiek. Em terecht. Human Rights Watch wijst er volgens de schrijver echter op dat door China dezelfde technieken en vergelijkbare methoden worden gebruikt als door Israël tegen de Palestijnen. Het kan nog gekker. Je raadt het al: kort na het neerslaan van het studenten protest op het Plein van de Hemelse Vrede ging Israël repressieve kennis en apparatuur aan Beijing leveren. En zo gaat Loewensteins litanie maar door. De hightech muur tussen Mexico en de Verenigde Staten stort in als je Israëlische producten weghaalt. De EU gebruikt ze voor zijn muur om Europa dicht te plamuren. Namen als Rafael, Elbit, Magal (of Senstar Technologies) duiken daarbij meteen op.
Personen afluisteren
Het boek gaat verder met de softwareprogrammaatjes die ongevraagd telefoons binnen gewerkt worden met een mailtje of toepassing. Zo dragen mensen hun eigen track & trace mee en kunnen ze eenvoudig bespioneerd worden. Mexico was een testgebied voor waarschijnlijk het meest bekende en beruchte bedrijf op dit gebied: NSO. Maar het leverde zijn Pegasus spyware ook aan Marokko. Voor velen misschien onverwacht, maar Rabat koopt graag en veel in Tel Aviv.
Er zijn ook zaken uitgesloten. Het afluisteren van telefoonnummers met een +1 ervoor, het landennummer van de Verenigde Staten, werd in Pegasus geblokkeerd (maar geen nood, voor dat afluisteren was dan weer een ander programma: Phantom). De software producten van het bedrijf waren slechts de spreekwoordelijke tip van de ijsberg. Veel andere landen hebben ook dergelijke technologie. Er is dan ook een forse markt voor. De schrijver stelt dat minimaal 73 landen spionage programmatuur hebben gebruikt. De regelgeving is daarbij overwegend afwezig of gebrekkig. De apparatuur om Corona besmettingen in kaart te brengen was een belangrijk element om de technologie te testen en de maatschappij binnen te loodsen.
En voor Israël zijn er weinig morele grenzen. Lever je dergelijke technologie aan bijvoorbeeld een autoritaire repressieve Afrikaanse staat dan kan dat een voor Israël gunstige stem bij een motie binnen de Verenigde naties opleveren. Dat verband moet gezien worden en vaker genoemd. Ook dat NSO niet kan functioneren zonder de medewerking van de Israëlische Staat is een facet wat te vaak vergeten wordt. En dat als de een verdwijnt, de ander opkomt. De export van dergelijke dubieuze kennis en technologie is immers te belangrijk voor de Israëlisch Staat om te laten verdwijnen. Het gaat niet om ongelukken. Het gaat om beleid.
De naam Cellebrite is minder bekend, toch houdt dit bedrijf zich met vergelijkbare zaken bezig als NSO en ook de producten hiervan worden wereldwijd geëxporteerd. Ze gaan naar politiemachten, China en Rusland, maar ook naar zes van de grootste olie- én medicijnen reuzen. Wat ook duidelijk is dat technologisch geavanceerde landen hun eigen middelen kunnen ontwikkelen en voor de landen in het Zuiden die dat niet kunnen, ligt er Israëlische technologie in de schappen.
Verwerpelijke mediapraktijken
Het laatste hoofdstuk beschrijft tot in detail hoe sociale media mensen uitsluiten of de ene mening meer gewicht geven dan de andere. Berichten kunnen verwijderd worden of veel minder zichtbaar zonder dat degene die ze post dit weet. Dat heet dan een schaduw ban. Dat Palestijnen dit lot, bijvoorbeeld op Facebook, vaker treft en anderen, zoals Israëlisch, is door onderzoek gebleken. Dubbele standaarden zijn gewoon. Palestijnen worden aangepakt, maar het op de kast jagen van Israël moet worden voorkomen. Dat is alleen al een kwestie van goed ondernemerschap nog los van ideologische voorkeuren. Kritische berichten kunnen ook nog eens een reden voor arrestatie zijn. Soms op grond van teksten waar je als redelijk mens geen enkel gevaar in ziet; niet omdat je iemand bedreigt maar bijvoorbeeld door de Al-Aqsa moskee te noemen, en dat wordt dan zogezegd verward met het opvoeren van de Al-Aqsa Brigades. Bam! Daar zit je plots in de gewelddadige Israëlische nor.
Grensbewaking
De controle van de Palestijnse bezetting door het Israëlische Militair Repressief Industrieel Complex levert meer op dan het kost. Het levert de technologie die wordt verkocht en daarmee geld binnenbrengt en het levert diplomatieke banden op die Israël sterker maken in Internationale organisaties. De schrijver is er allerminst gerust op dat dit niet zal verergeren. De klimaatcrisis zal bijvoorbeeld spanningen in de wereld verder vergroten en de wens opvoeren bij machthebbers om de daaruit volgende instabiliteit te controleren. Met meer grensbewaking, meer repressie, en meer biometrische databases etc. als gevolg. De Israëlische industrie zal willen leveren. De waarde van wat de schrijver het Grensbewaking Industriële Complex noemt wordt voor 2025 al op zo’n € 65 miljard geschat. Je zou zeggen dat het bestrijden van de klimaatgevolgen meer gebaat is bij investeringen in duurzame energie en besparing, maar dit thema valt buiten het al barstens volle boek.
Giftige ideeën
De belangrijkste boodschap ervan vat de schrijver samen in de conclusies. Dat is dat het Israëlische model gebruikt wordt als voorbeeld door andere autoritaire regimes en stromingen. Hoe voorkom je multiculturele samenlevingen en hoe bestrijd je liberale waarden? Leer het van Israël. Kritiek op linkse stromingen die de tradities zouden beschadigen, hoort daar bij. In plaats daarvan komt haat en confrontatie. Palestijnen moeten gecontroleerd, gedetineerd, gemarteld en gedood worden, zo staat het echt in het boek van Loewenstein. Het is misschien wat gechargeerd, maar wel met de nadruk op ‘wat’ en vanaf 2024 kan je niet snel meer overdrijven. De giftige ideeën uit de Apartheidsstaat Israël worden afgekeken en beschouwd als voorbeelden. Vreemd genoeg ook door groepen die antisemitisme in hun ideologie hebben, maar blijkbaar aan andere aspecten – om tactische redenen – voorrang geven. Het is doodeng.
“Dit boek is geschreven als een waarschuwing aan de angstige wereld die kan ontstaan als de Israëlische stijl ethno-nationalisme verder groeit in een eeuw die al gedomineerd wordt door de opkomst van oncontroleerbare staatsmacht van Rusland en Israël, tot China en de Verenigde Staten.”
Toekomst
Momenteel kan je iedere dag kan je iets toevoegen aan het boek. Opmerkelijk is de opmerking erin van de jurist Eitay Mack (de Israëlische evenknie van de Nederlandse Liesbeth Zegveld) dat de strijd tegen de misstanden in Israël niet in de rechtbank moet worden gevoerd maar in andere strijdperken. In het algemeen is er wat voor te zeggen politiek weer van onderop macht en invloed te geven. Er is een wereld te winnen en ik sluit graag af met het laatste zinnetje van het boek: “De toekomst is nog niet geschreven.” Op de weg naar die toekomst is de Palestine Laboratory een waarschuwingsbord om niet te negeren, hoe ongemakkelijk en schurend de tekst ook is, maar om ter harte te nemen. De urgentie daarvan overspoelt ons dagelijks.
* Palestine Laboratory is uitgegeven bij Verso https://www.versobooks.com/products/2684-the-palestine-laboratory).
Dit artikel verscheen eerder op https://broekfoto.blogspot.com/2024/12/the-palestine-laboratory.html