Drie op tien jonge mannen in staat en bereid te vechten bij oorlog
IPSOS, 11 december 2024 | Peter Kanne & Asher van der Schelde, https://www.ipsos-publiek.nl/actueel/drie-op-tien-jonge-mannen-in-staat-en-bereid-te-vechten-bij-oorlog/ (Zie het volledige rapport via https://206.wpcdnnode.com/ipsos-publiek.nl/wp-content/uploads/2024/12/rapport-oorlog-vrede.pdf)
Bijna de helft (47%) van de Nederlanders maakt zich er (veel of enige) zorgen over dat de oorlog naar Nederland komt. Eén op zeven acht de kans groot dat er ook in Nederland oorlog komt. Eveneens één op zeven (17%) zegt zelf bereid én in staat te zijn mee te vechten. Onder mannen van 18-34 jaar is dat 30 procent. Dit blijkt uit representatief onderzoek van Ipsos I&O onder 1.133 Nederlanders 18 jaar en ouder dat liep van 6 tot 9 december 2024.
Meer investeren in defensie
Op de algemeen geformuleerde vraag “Waar moet volgens u in geïnvesteerd worden?” (waarbij maximaal twee antwoorden mochten worden gegeven) zeggen Nederlanders vooral: woningbouw (36%), gezondheidszorg (32%) en onderwijs (24%). Bijna één op vijf noemt defensie: dit is gestegen van 6 procent in 2021 naar 19 procent nu.
Als we alleen vragen naar defensie, blijkt dat Nederlanders – ondanks de flinke investeringsplannen van het kabinet – vaker vinden dat we meer (43%) moeten doen om defensie te versterken dan minder (14%).
Zorgen en machteloosheid bij toenemende oorlogsdreiging
Op de (open) vraag hoe men kijkt naar de oorlogen en wat dat voor henzelf betekent, springen de volgende elementen eruit:
- Mensen voelen zich vooral machteloos. Ook berustend: geweld is niet uit te bannen.
- Oorlogen komen voort uit economische belangen dan wel geloofskwesties
- Er is een roep om meer verdraagzaamheid en wederzijds begrip
- Maar er is vooral veel wantrouwen t.o.v. de agressors (vaak wordt Poetin genoemd)
- Sommige zeggen spontaan er geen vertrouwen in te hebben dat de Nederlandse overheid voldoende is voorbereid om mensen te helpen of beschermen als er oorlog uitbreekt
Vooral zorgen om Oekraïne en Gaza
Sinds er oorlog is in Oekraïne en het Midden-Oosten, maken Nederlanders zich er aanzienlijke zorgen om. Vooral om de oorlog in Oekraïne (76%), iets minder om het conflict tussen Israël en de Palestijnen (61%). De zorgen om Oekraïne zijn – na een daling eind vorig jaar – stabiel, die om de oorlog in Gaza nemen iets af.
Eén op zeven verwacht oorlog in Nederland
Bijna de helft (47%) van de Nederlanders maakt zich er zorgen over dat de oorlog naar Nederland komt: 7 procent maakt zich daar veel, 40 procent enige zorgen over. Eén op zeven (17%) “acht de kans groot dat er ook in Nederland oorlog komt”.
Eén op vijf weet wat te doen bij oorlog
Eén op vijf Nederlanders zegt te weten wat hij of zij moet doen als er in Nederland oorlog uitbreekt. Onder jongvolwassenen (tot 35 jaar) is dat slechts 8 procent, onder jonge vrouwen slechts 4 procent.
De meesten die dit zeggen te weten hebben inderdaad wel een idee wat te doen: rustig blijven, de radio aanzetten, naar de overheid luisteren, zorgen dat er voldoende voedsel is. Sommigen zeggen vluchten of vechten. Velen verwijzen naar het noodpakket.
Bij sommigen is er pittige kritiek op de Nederlandse overheid:
“Als hier oorlog komt zijn we niet voorbereid, zelfs al doen we dat wel als individueel gezin. Er zijn geen schuilkelders, mensen hebben niets in huis, wetteloosheid ligt op de loer bij langdurige stroomuitval of overstromingen. De Nederlandse overheid moet heel hard werken om te voorkomen dat het zo ver komt, en nog harder om ervoor te zorgen dat de bevolking zich voorbereid. Kijk naar Finland of Zweden. Daar weten ze hoe het moet. Ik maak me heel veel zorgen voor mijzelf en mijn gezin. Als oorlog hier komt kunnen we geen kant op, en zijn we afhankelijk van een overheid waar ik geen greintje vertrouwen in heb.”
Drie op tien jonge mannen bereid en in staat te vechten
Eén op zeven (17 procent van de Nederlanders) zegt – in geval van oorlog – zelf bereid én in staat te zijn mee te vechten. Een percentage dat goed overeenkomt met een ouder internationaal onderzoek (Willingness to Fight) waaruit bleek dat 15 procent van de Nederlanders bereid is te vechten voor zijn land. In andere landen lag dat beduidend hoger: Finland 74 procent, Rusland 59 procent, Denemarken 37 procent.[1]
Zoals verwacht ligt dit aandeel onder mannen hoger (25%) dan onder vrouwen (7%). Mannen van 35-44 jaar zijn (met 39%) vaker bereid en in staat te vechten dan jongere mannen (30%). Opvallend hoog zijn de percentages ‘niet bereid’ onder de groep jongste mannen (29% wel in staat, niet bereid; 29% noch in staat noch bereid).
Tabel 1: Stel dat Nederland aangevallen wordt (en we dus in een oorlog zijn), zou u dan bereid en in staat zijn mee te vechten in die oorlog om Nederland te verdedigen?
Basis: gehele steekproef (n=1.133)
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 6 tot maandagochtend 9 december 2024. Er was geen opdrachtgever. In totaal werkten 1.133 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. Een deel (n = 100) deed mee via PanelClix. Dit zijn voornamelijk jongeren, lager opgeleiden en respondenten met een niet-westerse achtergrond.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=1.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 3,2 procent.