Een ander geluid – Kerk en Vrede over militarisering

2 May 2025
Artikel
Deel dit artikel op:

We leven in een tijd van grote politieke en economische spanningen. Oorlogskoorts lijkt zich van velen meester gemaakt te hebben. In Europa worden ongekend grote bedragen uitgetrokken voor het opvoeren van bewapening. De discussie over de dienstplicht komt terug, en burgers worden opgeroepen noodpakketten in huis te halen. De oorlog in Oekraïne duurt voort, al is er gelukkig eindelijk ook sprake van onderhandelingen, hoe onduidelijk en onzeker ook. De oorlog in Gaza is een nieuwe uitzichtloze fase ingegaan, maar protesten van het Westen blijven achterwege of klinken wel héél zwak. De oorlogen in Soedan en het oosten van Congo worden door het Westen volstrekt genegeerd.

Het zijn ontwikkelingen waarover we ons als vredesbeweging grote zorgen maken, te meer daar de reactie daarop in politiek en media te veel en te vaak neerkomt op ‘oorlog voorbereiden om oorlog te voorkomen’. Het wordt voorgesteld alsof oorlogen overal uit kunnen breken en niet beëindigd kunnen worden, en dat het opvoeren van de militaire defensie de enige optie is die we hebben. ‘Veiligheid’ is het onderwerp, over ‘vrede’ gaat het niet. Al heel lang worden tegenstemmen vrijwel buiten de discussie gehouden, of gewoon niet gehoord. Het pleidooi voor bewapening heeft daardoor veel weg van propaganda.

Met deze brief willen wij een ander geluid laten horen.

De fundamentele vraag is: willen we werkelijk een nieuwe wapenwedloop, met alle risico’s die daarbij horen? Is dat de weg naar veiligheid en duurzame vrede? Of zetten we resoluut in op diplomatie en onderhandelen, zoals bijvoorbeeld Jan Pronk [1] nadrukkelijk bepleit?

Vanaf het begin van de oorlog is steeds gezegd dat Oekraïne (en nu ook de andere Europese landen) militair sterker moet(en) worden, zodat er onderhandeld kan worden ‘vanuit een positie van kracht’. Met andere woorden: vrede moet bereikt worden door kracht. Die gedachte houdt geen rekening met hoe geweld werkt en hoe moeilijk geweld te beheersen is. Geweld roept geweld op en stuurt daarmee ons gedrag en onze normen, terwijl we vaak denken dat we geweld kunnen beheersen. In de afgelopen maanden zagen we daarvan zorgwekkende voorbeelden. Overeenkomsten om geweld in zijn wreedste gedaanten in te perken worden opgezegd: Litouwen schrapte het verbod op clustermunitie. Polen, Finland en de Baltische staten zijn van plan om het verbod op anti-personeelsmijnen los te laten. En recent gaf Polen aan te streven naar toegang tot nucleaire wapens. Het streven naar ‘een positie van kracht’ is zichtbaar een recept voor steeds verdergaande escalatie.

Readiness 2030 – angst voor de Russen

De Europese Unie wil 800 miljard euro investeren in defensie: Readiness 2030. Het programma heette eerst Re-Arm Europe. Die naam is geschrapt na kritiek uit Italië en Spanje, maar het is overduidelijk dat het sterk opvoeren van de militaire slagkracht centraal staat. Naast druk vanuit de regering-Trump om meer bij te dragen aan de NAVO is angst voor ‘de Russen’ het centrale motief waarmee dit wordt beargumenteerd. Het beeld wordt gewekt dat Rusland binnenkort in staat zou zijn de EU aan te vallen. Wie naar de feiten kijkt, ziet dat dit uit de lucht gegrepen is.

  • De Europese NAVO landen geven momenteel ongeveer $130 miljard uit aan specifiek bewapening en wapenontwikkeling. Het totale Russische defensiebudget is nu ongeveer even groot, maar daarin zijn naast bewapening kosten voor operaties, infrastructuur, salarissen en compensaties voor families van gedode soldaten meegerekend. De totale defensie-uitgaven van de Europese NAVO landen bedragen $405 miljard. Zelfs als wordt meegewogen dat productie in Rusland goedkoper is dan in West-Europa of de VS, valt niet vol te houden dat Rusland meer uitgeeft aan defensie dan de Europese NAVO landen [2]. Zo bezien is de 800 miljard een pure escalatie van de bewapeningswedloop.
  • Voorts moet vastgesteld worden dat Rusland in drie jaar oorlogvoeren Oekraïne niet heeft kunnen veroveren. Twintig procent van het land is nu bezet, wat qua oppervlakte overeenkomt met éénderde van het Duitse grondgebied. Vergeleken met de veroveringen in de Tweede Wereldoorlog is het nu door Rusland bezette gebied niet groot. Rusland heeft enorme verliezen aan mensenlevens geleden en er zijn veel aanwijzingen dat Rusland het huidige niveau van oorlogvoeren economisch niet vol kan houden. Dat betekent natuurlijk niet dat de situatie voor de Oekraïners niet dramatisch is, en dat er niet alles aan gedaan moet worden om tot een wapenstilstand te komen. Maar het laat wél zien dat de verwachting dat Rusland doorstoot naar het Westen niet realistisch is.

Het is daarom van belang beter te kijken naar hoe het conflict tussen Rusland en het Westen in elkaar zit. Wat bepaalt de dynamiek, en is een andere koers mogelijk?

Geopolitieke visie op de relatie met Rusland

Jolle Demmers, hoogleraar conflictstudies, wijst erop dat in conflicten steeds verschillende niveaus zijn aan te wijzen. In de oorlog in Oekraïne spelen in feite vier niveaus een rol, door elkaar heen: er is sprake van een intrastatelijk conflict (Donbas), een interstatelijk (Rusland tegenover Oekraïne), een geo-politiek conflict (Rusland tegenover de NAVO) en op de achtergrond speelt nog de verschuiving van een unipolaire naar een multipolaire wereld. Het conflict kan bezien worden vanuit die verschillende niveaus, en die analyses kunnen elkaar aanvullen en verrijken. Op dit moment echter wordt in politiek en media een analyse gehanteerd waarin louter het intrastatelijk niveau centraal staat. Daarbij wordt op een historisch-culturalistische manier naar Rusland gekeken. Dat wil zeggen dat de agressie van Rusland geheel wordt verklaard uit vermeende vastliggende eigenschappen van de Russische cultuur (en dus van Poetin): tsaristisch imperialisme, herstel van het Russische rijk en dergelijke. Cultuur is echter niet zo statisch en eenduidig (de Russische cultuur kent vele facetten), maar bovendien verklaart deze benadering niet waarom op een bepaald moment overgegaan wordt op geweld. De beperking van de analyse tot deze benadering leidt wél tot een heel simpel vijandsbeeld: het Russisch fanatisme is niet te stuiten, onderhandelingen zullen alleen maar gebruikt worden voor verdere agressie. Oorlog en bewapening zijn het enige antwoord. Dat is het verhaal dat we dan ook voortdurend te horen krijgen van politici en militairen.

De geopolitieke benadering biedt meer openingen. Daarin staat de verhouding tussen Rusland en de NAVO centraal. De militaire overval van Rusland op Oekraïne kan worden verklaard als een reactie op de uitbreiding van NAVO naar het oosten en het negeren van ‘rode lijnen’ en veiligheidspercepties aan Russische zijde. Rusland beschouwt dit gedrag van de NAVO als een bedreiging, en voert grensoorlogen om te voorkomen dat buurlanden lid van de NAVO worden. Ook Stoltenberg, de toenmalige secretaris-generaal van de NAVO, erkende in 2023 in een rede voor het Europees Parlement dat dit de reden was voor Poetin om oorlog te voeren. Hoe onrechtmatig de invasie ook is, hij past inderdaad binnen een voorspelbare veiligheidsstrategie. Zou de VS het accepteren als bijvoorbeeld Mexico een bondgenoot zou worden van Rusland? De vergelijking met de Cubacrisis in 1962 ligt voor de hand: toen plaatste de Sovjet-Unie raketten op Cuba, wat voor de VS onaanvaardbaar was en bijna tot een wereldoorlog leidde. Deze geopolitieke verklaring biedt daarmee ook een antwoord op de vraag waarom de oorlog juist nú is ontstaan. Als grootmachten (of ze nu democratisch of autocratisch zijn) denken dat hun belangen bedreigd worden, dan zetten ze militaire middelen in, ongeacht het internationaal recht. Ten overvloede: dit is geen relativering of goedkeuring van de inval van Rusland, maar een poging te begrijpen waarom Rusland handelt zoals het doet.

De geopolitieke benadering verplicht ons ook te kijken naar onze eigen rol in de aanloop naar conflicten, omdat er altijd sprake is van een wisselwerking tussen de partijen, van actie en reactie. De historisch-culturalistische benadering daarentegen legt alle schuld bij de ander, en ziet het eigen aandeel in het ontstaan en in stand blijven van conflicten (al dan niet bewust) over het hoofd: de vijand is immers het ultieme kwaad. De geopolitieke visie biedt bovendien, anders dan de historisch-culturalistische benadering die louter een vijand ziet die uit de weg geruimd moet worden, ook handvatten om een andere koers te kiezen, omdat aan het conflict duidelijke oorzaken en aanleidingen ten grondslag liggen, die met een breed spectrum aan diplomatieke middelen aangepakt kunnen worden.

De realistische en noodzakelijke weg is om in te zetten op open communicatie en onderhandelingen, ondanks uiteenlopende geopolitieke belangen. Vertrouwen is niet persé nodig om diplomatiek overleg aan te gaan. Onderhandelen doe je juist omdat er onderling wantrouwen is en beide partijen er belang bij hebben dat er afspraken worden gemaakt. Dat kan echter alleen als over en weer de veiligheidsbelangen onderkend en gerespecteerd worden.

Diplomatie en nieuwe wapenwedloop

In de jaren ’90, na de val van de Muur, was er een periode waarin het mogelijk leek om te praten over een nieuwe veiligheidsstructuur voor heel Europa, inclusief Rusland. Er werd een economisch partnerschap gesloten tussen de EU en Rusland. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) richtte zich op het versterken van vrede, democratie en stabiliteit in Europa. Rusland en het Westen legden hierbij verschillende accenten: Rusland streefde vooral een Europese veiligheidsarchitectuur na met erkenning van zijn status. Maar het Westen, dat zich de overwinnaar voelde in de Koude Oorlog, benadrukte mensenrechten en democratie. Zonder te werken aan vrede werd de NAVO uitgebreid tot aan de grenzen van Rusland. Dat is geen excuus voor de Russische inval in Oekraïne. Maar in plaats van alleen Poetin als het kwaad aan te wijzen, zouden we dus ook naar de westerse rol in de dynamiek van het conflict moeten kijken. Waarom heeft Europa de kansen om tot vreedzaam samenleven met Rusland te komen niet benut? Het komt er nu op aan na te gaan hoe we via diplomatie, politiek en economie de weg in kunnen slaan naar vrede en samenwerking.

Er dreigt een wapenwedloop die nog riskanter is dan ten tijde van de Koude Oorlog.

  • Tussen 1945 en 1989 was er in ieder geval tussen de twee grootmachten enige overeenstemming over de machtsverdeling in Europa. En vanaf de jaren ’70 was er meer contact en overleg. In plaats daarvan zien we nu alleen confrontatie.
  • Door modernisering zijn de wapensystemen sneller en krachtiger geworden: hypersone raketten die veel sneller gaan dan het geluid; krachtige drones die laagvliegend lange afstanden kunnen afleggen.
  • De bestaande wapenverdragen zijn opgezegd. De kans op een ontsporing richting de inzet van kernwapens is hierdoor vele malen groter geworden. Ook de drempel om nucleaire wapens in te zetten is lager geworden door de ontwikkeling van ‘kleinere’ kernwapens.
  • In EU-verband worden om geopolitieke en economische redenen de regels voor wapenexporten verruimd. Zo exporteren steeds meer landen ook wapens naar Saoedi-Arabië om deze dictatuur te vriend te houden als leverancier van fossiele brandstoffen na het wegvallen van de importen uit Rusland. Mensenrechtenschendingen door Saoedi-Arabië gelden niet meer als obstakel.
  • Het plan om in 2026 middellange afstandsraketten in Duitsland te plaatsen is weer een stap op de escalatieladder. Deze raketten heten het antwoord te zijn op raketten die Rusland heeft gestationeerd. Beide partijen dreigen binnenkort met hypersone raketten om elkaar af te schrikken. Deze raketten kunnen binnen enkele minuten het gebied van de tegenstander raken. Wie deelt de eerste klap uit en schakelt commandocentra en bases van de ander uit?

Het idee van afschrikking door kracht leidt onvermijdelijk tot gevaarlijke escalatie aan beide kanten.

Veiligheid opnieuw doordenken

Het is echter ook mogelijk om andere wegen te gaan. Maar daar moet dan wél aan gewerkt worden. De Werkgroep Inclusieve Veiligheid heeft, in navolging en samenwerking met kerken in Duitsland, een scenario uitgewerkt voor zo’n alternatief veiligheidsbeleid [4]. In 20 jaar wordt een veiligheidssysteem gebaseerd op militaire kracht omgevormd naar een civiel systeem gebaseerd op inclusieve veiligheid: niemand is veilig als niet iedereen veilig is. Het nieuwe civiele veiligheidssysteem is gebaseerd op vijf pijlers:

    1. Internationale veiligheidsafspraken, met een sterke rol voor internationale organisaties en voor conflictbemiddeling
    2. Rechtvaardige en duurzame betrekkingen tussen landen
    3. Een weerbare democratie
    4. Omvorming van het leger en de wapenindustrie
    5. Een veilige en eerlijke relatie met de buurlanden van Europa. Hierbij horen ook nieuwe afspraken over vrede en veiligheid in Europa.

Het scenario wordt op dit moment met experts besproken, en vervolgens verder uitgewerkt in een campagne, waar ook Kerk en Vrede nauw bij betrokken is. Een vergelijkbare campagne is in meerdere landen van start gegaan.

Oekraïne

Over de diplomatie rond de Oekraïne-oorlog moet geconcludeerd worden dat er tot voor kort weinig serieuze pogingen zijn gedaan om met Rusland in gesprek te komen. Toen bondskanselier Scholz in november 2024 voor het eerst in twee jaar met Poetin belde, kreeg hij stevige kritiek van bondgenoten. President Trump wil nu een snel succes maken van onderhandelen. Maar hij ziet onderhandelen als een zakelijke deal over land en grondstoffen. Dat heeft niets te maken met rechtvaardige vrede. Het is essentieel dat alles wat gedaan wordt stevig verankerd is in het internationaal recht. Ongetwijfeld zullen echte onderhandelingen taai en langdurig zijn. Maar het enige alternatief is een zich eindeloos voortslepende oorlog, nog meer doden, nog meer getraumatiseerde mensen, nog meer verwoesting en milieuvernietiging.

Het Westen heeft Oekraïne drie jaar lang militair ondersteund. Ook nu herhaalt EU- Commissievoorzitter von der Leyen dat de steun doorgaat ‘whatever it takes’ (koste wat het kost). De uitkomst van de oorlog blijft onzeker. De politici maken niet duidelijk hoe er aan de oorlog een eind gaat komen. Er is geen strategisch doordacht beeld van wat ‘winnen’ inhoudt. Kan je Rusland verslaan? Wat betekent dat? Feitelijk is Oekraïne nu overgeleverd aan de grillen van twee imperiale grootmachten, de VS en Rusland. De EU probeert een voet tussen de deur te krijgen, maar de situatie is slechter dan in april 2022, vlak na het begin van de invasie, toen er een ontwerp voor een staakt-het-vuren overeen werd gekomen [5]. Dat bestand ging niet door omdat er geen overeenstemming werd bereikt over veiligheidsgaranties voor Oekraïne. Ook was er druk vanuit het Verenigd Koninkrijk, de VS en andere NAVO landen: zij vonden aspecten van het ontwerp-akkoord, met name over bepaalde wapenbeperkingen, onverantwoord, en ontraadden ondertekening. Dus vocht Oekraïne met westerse steun door. Het opmerkelijke van het bijna-akkoord was dat er overeenstemming was over neutraliteit van Oekraïne: geen NAVO lidmaatschap, eventueel wel toetreding tot de EU. Ook was men het eens over het uitstellen van een definitieve regeling over de bezette gebieden. Maar de wens om militair dóór te drukken heeft het gewonnen van verdere diplomatieke inspanningen om tot werkbare veiligheidsafspraken te komen.

Een ander beleid met betrekking tot Oekraïne

Hoe terecht het verzet tegen de invasie door Rusland ook is, de consequentie van de gang van zaken is dat er honderdduizenden slachtoffers zijn gevallen en dat het regionale conflict is uitgegroeid tot een bijna-oorlog tussen machtsblokken. De Britse oud-premier Boris Johnson, die een rol speelde bij het afketsen van het akkoord in april 2022, gaf eind vorig jaar toe [6] dat de oorlog in Oekraïne een proxy-oorlog van het Westen tegen Rusland is, dat wil zeggen: een indirect conflict uitgevochten via een derde partij, in dit geval dus Oekraïne. Johnson noemde het wreed dat het Westen Oekraïne niet méér middelen geeft om de oorlog te voeren. Maar is het niet juist wreed dat het Westen op deze manier Oekraïne als instrument gebruikt, en meesleept in het doorzetten van een verwoestende en uitzichtloze oorlog?

Het alleen sturen van wapens door Europa biedt geen oplossing. Er moet nu een vredesplan komen voor Oekraïne, als onderdeel van een veiligheidspact voor heel Europa. Door middel van vertrouwenwekkende maatregelen kan stap voor stap gewerkt worden aan het beëindigen van het geweld in Oekraïne en het doen afnemen van spanningen en de bewapening in Europa. Hoe dit eruit kan zien is beschreven door onder andere Guido van Leemput [7] en door de Werkgroep Inclusieve Veiligheid [4]. Afzien van de geplande plaatsing van raketten in Duitsland in 2026 is een voorbeeld van zo’n vertrouwenwekkende stap. Afspraken over een staakt-het-vuren, en het aanbod om te onderhandelen over de terugtrekking van tactische kernwapens zijn andere mogelijk stappen op weg naar meer omvattende onderhandelingen.

Regelmatig wordt de vredesbeweging verweten zich te gedragen als de Britse premier Chamberlain tegenover Hitler in 1938. Hij stond Duitsland toe een deel van Tsjechoslowakije in te nemen, en meende dat daarmee de vrede gered was. Historisch klopt het verwijt aan de vredesbeweging niet [8]. En ook nu is de beschuldiging niet terecht. Kerk en Vrede koppelt de oproep om te onderhandelen nadrukkelijk aan de visie dat onderhandelingen gegrond moeten zijn in internationaal recht en niet in machtspolitiek. Het is Trump die in de rol van Chamberlain komt, als hij een ‘deal’ doorzet die Oekraïne het slachtoffer maakt van (economische) verdeel-en-heers afspraken tussen de VS en Rusland. Onderhandelingen over de korte termijn moeten ingebed zijn in gesprekken over een Europees veiligheidspact, over een kernwapenvrij Europa en over het terugdringen van de wapenwedloop. Het is daarbij van belang niet langer selectief alleen naar de eigen belangen te kijken.

Selectieve toepassing internationaal recht

De geschiedenis toont keer op keer dat westerse militaire interventies, zoals in Irak, Afghanistan en Libië, chaos veroorzaken. De oorzaken daarvan waren steeds het overschatten van eigen mogelijkheden, het ontbreken van een helder plan voor ná de militaire interventie, en de volstrekt ongefundeerde gedachte dat het mogelijk is om met geweld een maatschappij te veranderen. De bemoeienis met Oekraïne vertoont in veel opzichten dezelfde trekken. Militaire macht alleen brengt geen oplossing.

Zeer ernstig is dat het Westen selectief omgaat met moraliteit en internationaal recht. De voortdurende steun aan Israël in het conflict in Gaza vormt hierin een dieptepunt. Hierdoor verliezen westerse democratieën wereldwijd geloofwaardigheid en moreel gezag. Jan Pronk stelt zelfs: ‘De oorlog in Oekraïne wordt verloren in Gaza’ [1]. Europa steunt Oekraïne om humanitaire redenen, maar verspeelt door steun aan Israël zijn relaties met de rest van de wereld: het ondermijnt de eigen geloofwaardigheid en verzwakt zo ook wereldwijd de inzet voor recht en gerechtigheid. Dit wordt onderstreept door de weigering van veel landen om sancties tegen Rusland te ondersteunen. Andere landen zien hoe eigen belangen van het Westen in de Westerse opstelling de boventoon voeren, ondanks alle mooie woorden over recht en rechtvaardigheid.

Wegkijken van lijden

Politieke keuzes hebben directe gevolgen voor de mensen die dagelijks lijden onder de verschrikkingen van oorlog. Zowel in Palestina als in Oekraïne zijn we getuige van eindeloze verwoestingen en groot menselijk leed. Die conflicten komen nog in de krant, wat over veel andere oorlogssituaties nauwelijks gezegd kan worden: Soedan, Congo, Jemen, …. Ráákt het lijden ons nog? Motiveert het nog om er álles aan te doen om het conflict te beëindigen? Of geven machtspolitiek en eigenbelang de doorslag?

In Oekraïne zijn honderdduizenden doden en gewonden gevallen, meer aan Russische zijde dan aan Oekraïense. In het debat worden de Russische slachtoffers makkelijk vergeten. Had Poetin maar niet een oorlog moeten beginnen. Maar dat is een vorm van wegkijken. Het past bij het frame dat oorlog moet rechtvaardigen. Slachtoffers aan de andere kant tellen daarin niet. We spreken met afschuw over de ‘vleesmolen’ van de Russische bestormingen. Maar daar zijn toch de door hun leiders daarin gestuurde Russische soldaten slachtoffer van? Men spreekt dehumaniserend over Russen als ‘orks’, de onderwereldwezens uit de boeken van Tolkien, alsof het niet om mensen gaat die ouders, vrienden en geliefden hebben. Over het concrete, gruwelijke geweld wordt grotendeels gezwegen. Dat oorlog betekent: moorden, verkrachten, martelen en vernietigen wordt weggemoffeld. ‘Vergeten’ wordt ook dat trauma’s generaties lang doorwerken en de samenleving beïnvloeden, zoals we maar al te goed weten van de Tweede Wereldoorlog.

Een ander gevolg van de oorlog is de toegenomen vijandschap tussen Russen en Oekraïners. De geschiedenis van beide landen is nauw verweven, maar vele familie- en vriendschapsrelaties zijn onder grote druk komen te staan. Aan het begin van de inval door Rusland waren veel mensen in dat land beschaamd over de actie van Poetin. Maar propaganda, oorlog en geweld en de noodzaak daarvoor te vluchten hebben de verhoudingen verscherpt. Het wrede optreden van Rusland heeft veel Oekraïners zich doen afkeren van de Russische taal en cultuur. De toegenomen vijandschap heeft het multiculturele karakter van Oekraïne sterk veranderd. Ook in het Westen bestaat het gevaar dat solidariteit met de Oekraïense bevolking uitmondt in een even grote haat jegens alles wat Russisch is, inclusief de rijke Russische cultuur.

Lijden onder ogen zien

Framing door bepaalde woorden te gebruiken of abstract te blijven houdt het lijden op afstand. Waar het menselijk wordt, mag het lijden niet getoond worden: een film (‘Russians at war’) die concreet het leed en de gevoelens van zinloosheid onder Russische soldaten in beeld brengt, wordt weggezet als pro-Russische propaganda en geweerd van filmfestivals in het Westen [9]. Ook over desillusies, trauma’s en desertie onder Oekraïense soldaten horen we weinig in de Nederlandse media. Die werkelijkheid, net als die van de corruptie in het leger, is te lastig. De verhalen die wel verteld worden gaan over soldaten als helden, en over burgers die stand houden onder de beschietingen.

Het is belangrijk om de slachtoffers niet te vergeten, en het lijden onder ogen te zien. Alleen daardoor wordt de illusie van het militaire machtsspel doorgeprikt: de veiligheid en onkwetsbaarheid die nagejaagd worden zijn een fantoom. Een kwarteeuw geleden maakten de Soldatenmoeders in Rusland een einde aan de oorlog in Tsjetsjenië door bijna letterlijk hun zonen van het front weg te halen. Een dergelijke beweging lijkt ook nu weer op gang te komen. En ook in Oekraïne groeit het verzet en vluchten steeds meer militairen van het front weg of keren niet terug. In West-Europa lijkt nog weerstand te bestaan om deze afkeer van de oorlog onder ogen te zien. De steun voor Oekraïense en Russische dienstweigeraars is minimaal. Meer sympathie voor en ondersteuning van deze bewegingen van onderop kunnen een verschil maken.

Grote veranderingen

De afgelopen drie jaar zijn verschillende grote veranderingen zichtbaar geworden in het samenstel van factoren dat oorlogvoering beïnvloedt.

  • Oekraïne is een proeftuin voor nieuwe technologie, waarbij drones het slagveld dramatisch veranderd hebben. Wapenfabrikanten zijn hier heel open over. En veiligheidsdeskundige Rob de Wijk betoogde onlangs dat de NAVO moet gaan samenwerken met Oekraïne, omdat zij geavanceerde militaire systemen hebben ontwikkeld.
  • Het gebruik van de wapens is veranderd: raketten en drones treffen steeds vaker burgers. Dat is zichtbaar in Oekraïne door de dagelijkse aanvallen vanuit Rusland, en in Gaza, waar Palestijnen in de gaten gehouden en beschoten worden door drones.
  • De invloed van de wapenindustrie, die garen spint bij het beeld van permanente vijandschap, groeit. Vertegenwoordigers van de defensie-industrie worden in Brussel uitgenodigd als adviseurs voor het EU-beleid. De aandelen van bedrijven zoals Rheinmetall, producent van tanks en andere militaire systemen, schieten omhoog. De drone-industrie is een snel groeiende bedrijfstak. De Oekraïense minister van defensie hintte er op dat de productie van bewapende drones van groot belang kan worden voor de na-oorlogse Oekraïense economie. Ook de wederopbouw van het land zou uit die industrie betaald kon worden, op zijn minst gedeeltelijk.
  • Drones met kunstmatige intelligentie maken het mogelijk om goedkope, dodelijke wapens te ontwikkelen die zonder menselijke inmenging werken.
  • De internationale economische verhoudingen zijn drastisch veranderd [3]. De sancties hebben anders uitgepakt dan verwacht, ten nadele van westerse landen, doordat Rusland in de armen van China werd gedreven en geldstromen verlegd werden. De Global South(1) heeft wel de Russische agressie in 2022 veroordeeld, maar steunt de Westerse sancties tegen Rusland niet. Dit heeft alles te maken met de dubbelzinnige en daardoor ongeloofwaardige opstelling van het Westen als het om de bescherming van mensenlevens tegen oorlogen en repressie gaat. Veel landen zagen de Russische agressie niet als wezenlijk verschillend van Westerse militaire interventies. Zij kozen ervoor om met beide zijden relaties te blijven onderhouden.

(1) De term “Global South” verwijst naar een groep landen die vaak worden gekenmerkt door economische en sociale problemen, zoals lagere inkomens, hoge armoede, snelle bevolkingsgroei, onvoldoende huisvesting, beperkte onderwijskansen en ontoereikende gezondheidszorgsystemen. Deze landen bevinden zich voornamelijk in Afrika, Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, Azië (met uitzondering van Israël, Japan en Zuid-Korea) en Oceanië (met uitzondering van Australië en Nieuw-Zeeland).

Verwoestend effect

Dit onderstreept dat oorlog een verwoestend effect heeft op samenlevingen. Oorlog is definitief in de maatschappij binnengedrongen. Drones zijn daar een zichtbaar teken van. Het hacken van IT infrastructuur, waardoor basisvoorzieningen in gevaar komen, is een minder zichtbaar signaal: de zogenaamde hybride oorlogvoering. Dat alles is duidelijk te zien in Oekraïne en Rusland, en dreigt nu ook onze eigen samenleving mee te nemen. Als politici en militairen hun zin krijgen, staan we op de drempel van een ongekende militarisering.

Het gaat daarbij niet alleen over een geweldige toename van de defensiebudgetten en een vernieuwing en uitbreiding van de bewapening. Militarisering dringt onder de noemer van weerbaarheid in de hele samenleving door. De NAVO dringt er op aan dat de bondgenoten burgerlijke ondersteuning voor militaire operaties in vrede, crisis en conflict mogelijk maken. Dat wil zeggen dat de maatschappij ingericht moet worden op het bieden van weerstand aan een militaire dreiging [10]. De precieze opdrachten van de NAVO aan de nationale overheden zijn geheim [11]. Het voorbeeld van Finland en Zweden wordt vaak genoemd: een ‘total defence’ model met een nauwe samenwerking tussen defensie, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers: dienstplicht, grote aantallen reservisten, aanleggen van voorraden, inrichten van wegen en spoorlijnen voor militair transport, voorlichting enz. [12]

Waarom praten onze politici alleen nog over oorlogsvoorbereiding, en worden burgers daarin meegezogen? Een toekomst waarin alles ondergeschikt gemaakt wordt aan veiligheid, en waarin dreigen en bedreigd worden met totale vernietiging de politiek bepalen, is toch een gruwelijk schrikbeeld? Waarom zet de politiek niet alles op alles om oorlog te voorkomen, door aan te dringen op onderhandelingen over wapenbeheersing en over lange-termijn oplossingen voor gedeelde veiligheid? Waar zijn de vredesplannen van Europa? Wat als Europa haar perspectief zou veranderen: niet de huidige tijd benoemen als ‘pre-war’, maar als ‘pre-peace’, als een tijd om vóór alles aan vrede te werken?

Rechtvaardige vrede en de roep om weerbaarheid

Politici gebruiken in deze dagen vaak het begrip ‘rechtvaardige vrede’. Daarmee wordt een beperkt soort rechtvaardigheid bedoeld, namelijk een vorm van rechtzetten van wat de Russische invasie heeft teweeg gebracht. De Wereldraad van Kerken ontwikkelde echter een veel bredere visie op rechtvaardige vrede, bestaande uit vrede met de aarde, vrede in de gemeenschap, vrede op de markt en vrede tussen volkeren. Juist dit brede begrip van de vrede die moet worden nagestreefd, wordt nu bedreigd.

Oorlog brengt grote schade toe aan het milieu, en het militaire apparaat is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de CO2 uitstoot en van het gebruik van grondstoffen. De grond van Oekraïne is voor lange jaren verwoest en vergiftigd. Maar ook gaan investeringen in defensie rechtstreeks ten koste van klimaatbeleid, zorg en sociaal beleid. Bij de oproep om het defensiebudget drastisch te verhogen zeggen zowel NAVO secretaris-generaal Rutte als de Amerikaanse minister Rubio dat dat ten koste mag gaan van uitgaven voor de verzorgingsstaat. En recent bleek dat milieuregels aan de kant mogen worden gezet voor de uitbreiding van defensieterreinen in Nederland.

Over vrede tussen de volkeren, en vrede in de gemeenschap – het bevorderen van inclusiviteit, tegengaan van discriminatie en zorgen voor rechtvaardigheid in lokale gemeenschappen – kunnen we kort zijn: gepolariseerde verhoudingen, vijandbeelden, en de verharding die gepaard gaat met weerbaarheid met een militaire rand, beloven weinig goeds. Eén van de trieste gevolgen van het conflict in Oekraïne is het uiteendrijven van de verschillende gemeenschappen in dat land. Ook in de Baltische staten is de verhouding tussen niet-Russische en Russische bevolkingsgroepen verhard.

Veel mensen en instanties roepen nu dat de samenleving weerbaar moet worden. Mede in opdracht van de NAVO neemt de overheid maatregelen op dit gebied. Veel hiervan staat in het teken van een veronderstelde militaire dreiging, en van het idee dat de burgers samen moeten helpen die dreiging het hoofd te bieden. Over de aannames hierachter en de gevolgen ervan spraken we al. We kunnen en mogen alleen maar nee zeggen tegen de gedachte dat burgers moeten gaan meedoen aan de gewapende landsverdediging, bijvoorbeeld door lessen en trainingen in vredestijd. Ook moeten we niet accepteren dat de maatschappij volledig wordt aangepast aan de eisen van defensie (logistiek, ruimte, productie, menskracht). Tegenover de algemene roep om (militaire) weerbaarheid zouden wij juist een eigen, vrijmoedige, gelovige visie van de kerk willen horen.

Kerk en Vrede: pacifisme als ruimte voor bezinning

Kerk en Vrede heeft vanaf het begin van de Oekraïne-oorlog kritische vragen gesteld in de geest van het voorgaande, in toenemende mate samen met andere vredesorganisaties.
Onze ervaring was dat kritische vragen niet op prijs worden gesteld, omdat ze het simpele vijands- en afschrikkingsdenken ondergraven. We blijven echter ons geluid laten horen. Wij beschouwen ons pacifisme ook als het creëren van ruimte om ook over de moeilijkste vragen na te denken. Voor die reflectie lijkt in het huidige politieke klimaat geen ruimte meer te bestaan, met als gevolg dat van een democratisch debat steeds minder sprake is. Wij zijn er echter van overtuigd dat alleen veelzijdige informatie en doorgaande bezinning in de gehele samenleving een weerbaarheid kunnen creëren die ver uitsteekt boven de militaire weerbaarheid waar het momenteel vooral over gaat.

Weerbaarheid, maar dan anders

Een bijbels gefundeerde weerbaarheid, die afstand neemt van het heersende geloof in het succes van geweld is meer dan ooit nodig. Rechtvaardige vrede is geen abstracte juridische term, maar een gezamenlijke praktijk. Dat praktisch handelen geeft vorm aan weerbaarheid, door concreet te werken aan vrede met de aarde (duurzaamheid), vrede op de markt (rechtvaardige economische verhoudingen), vrede in de gemeenschap (iedereen doet mee), en vrede tussen volkeren. Het is een praktijk die niet grijpt naar geweld, en die geweld niet rechtvaardigt, omdat men doordrongen is van de gigantische vernietigingskracht van moderne wapens, waar de machtelozen het eerste slachtoffer van zijn.

Binnen de Protestantse Kerk wordt echter weer volop ingezet op het concept van de rechtvaardige oorlog. Het lijkt wel of deze kerk het gesprek in de Wereldraad van Kerken over rechtvaardige vrede, waar toch ook de Nederlandse kerken heel actief aan meededen, helemaal vergeten is. Terwijl dat brede begrip rechtvaardige vrede ons nu zou kunnen weghalen uit de fixatie op meer en meer bewapening. Is de kerk door het wapengekletter haar eigen verhaal uit het oog verloren?

Herkennen we dat de echte bedreigingen van binnenuit komen, zoals aantasting van onze democratie, wereldwijde economische competitie ten koste van de aarde, ondermijning van de internationale rechtsorde, de macht van techbedrijven, en militarisering die de maatschappij doordringt? Paulus spreekt in zijn brief aan de gemeente van Efeze over het aantrekken van de ‘wapenrusting van God’, waarin de wapens verrassend blijken te bestaan uit waarachtigheid, gerechtigheid, de vredesboodschap. Ook Jezus ging mensen voor in verrassende praktijken van verzoening: de andere wang, meer dan het gewone doen. Het zou zoveel kunnen betekenen als kerken in onze tijd werkelijk deze levenspraktijk zouden voorleven en de wapens van God zouden durven hanteren en uitdragen.

Hoe heilzaam zou een praktijk van rechtvaardige vrede zijn. Geleefd door gemeenschappen (kerkelijk of niet) die hun kwetsbaarheid accepteren, en zien dat ze afhankelijk zijn van elkaar, wat juist ook hun kracht is.

Bronvermeldingen

[1] Vredesactivist Jan Pronk: ‘Trumps vrede is niet mijn vrede’, Trouw 12 maart 2025, https://www.trouw.nl/binnenland/vredesactivist-jan-pronk-trumps-vrede-is-niet-mijn- vrede~beca29ab/

[2] Wendela de Vries en Martin Broek, “Fact checking Mark Rutte en zijn beweringen over de Russische dreiging”, Joop 7 februari 2025, https://www.bnnvara.nl/joop/artikelen/factchecking-mark-rutte-en-zijn-beweringen-over-de- russische-dreiging

[3] Jolle Demmers, “Het oorlogscomplex Oekraine: een relationele benadering”, Tijdschrift voor Cultuur en Criminaliteit, no. 1, 2025,
https://jolledemmers.substack.com/p/het-oorlogscomplex-oekraine-een-relationele

[4] Werkgroep Inclusieve Veiligheid, “Veiligheid Opnieuw Doordenken”, 2024, uitgeverij GigaBoek (ISBN 9789085485377). Het boek is ook verkrijgbaar – tegen verzendkosten – bij Kerk en Vrede. Een pdf versie is beschikbaar op de website van de WIV: https://samenveilig.earth/ (bij Agenda)

[5] “Ukraine-Russia Peace Is as Elusive as Ever. But in 2022 They Were Talking.”, New York Times 15 juni 2024, https://archive.ph/TmEHw

[6] Podcast Daily Telegraph, 28 november 2024, vanaf 27 min 55 sec, https://youtu.be/01DdfMqP4-g

[7] Guido van Leemput, “Drie jaar oorlog en wat nu”, 24 februari 2025, https://www.stopdeoorlogamsterdam.nl/drie-jaar-oorlog-en-wat-nu.html

[8] Kerk en Vrede, “Oorlog onvermijdelijk? Pacifisme en de Tweede Wereldoorlog”, december 2024, https://kerkenvrede.nl/file/kerkenvrede/b17b34827adf19101b884ee0c637376d/

[9] “IDFA trekt documentaire over Russische soldaten terug om een ‘shitstorm’ te voorkomen”, NRC 21 november 2024,
https://www.nrc.nl/nieuws/2024/11/21/idfa-trekt-documentaire-over-russische-soldaten-terug-om- een-shitstorm-te-voorkomen-a4874057

[10] NCTV en Ministerie van Defensie, “Weerbaarheidsopgave”, december 2024, https://www.nctv.nl/binaries/nctv/documenten/publicaties/2024/12/06/weerbaarheidsopgave/ TK+Bijlage+2+weerbaarheidsopgave.pdf

[11] Kees Kalkman, “Oorlogsvoorbereiding ministeries grotendeels geheim”, Vredesmagazine nummer 2 – 2025, p. 24-25.

[12] Annelies van Vark en Jörg Noll, “Volg het Zweedse voorbeeld, maak de samenleving weerbaar”, Trouw 5 maart 2025,
https://www.trouw.nl/opinie/opinie-volg-het-zweedse-voorbeeld-maak-de-samenleving- weerbaar~b0d49025/

Meer Nieuws

Operatie Oppoets

Operatie Oppoets

Operatie Oppoets Operatie oppoets van Jip van Dort heeft een opvallende cover. Een doekje naast een sprayflacon met daarop een camouflage motief (in plaats van een merk) doen denken aan een reclame voor een schoonmaakartikel. De ondertitel 'Hoe waarheid en democratie...

Gaat het Amerikaanse vredesinitiatief vastlopen?

Gaat het Amerikaanse vredesinitiatief vastlopen?

Gaat het Amerikaanse vredesinitiatief vastlopen? Vorige week liep de honderddagen-termijn van president Trump af. De termijn die hij had gesteld om de hete fase van de oorlog in Oekraïne te beëindigen. Tien dagen geleden was duidelijk geworden dat er...